Max van Gent is jeugdarts in opleiding. Samen met andere hulpverleners probeert hij kinderen in een vroeg stadium te helpen en te voorkomen dat problemen ontstaan of erger worden. Max doet momenteel de profielopleiding (1e fase) en heeft net negen maanden lang op scholen gewerkt.
‘Voor mijn vorige stage kwam ik bijna elke dag op een andere school en draaide ik spreekuren. Leerlingen kwamen bij me omdat ze verzuimden. Dat verzuim is – mede door corona – toegenomen, zeker op middelbare scholen. Vaak komt dat door psychosociale problemen. Je probeert dan om in een vroeg stadium iemand te helpen. Ik zag mezelf als een soort huisarts, maar dan op het preventieve vlak.’
‘Het is een upcoming werkveld. Het wordt groter en dat moet ook. Er is behoefte aan’
Waarom spreekt het werk als jeugdarts je aan?
‘Je schakelt veel met verschillende hulpverleners: intern begeleiders, psychologen, psychiaters, de huisarts… En natuurlijk ouders of verzorgers. Dat maakt het werk uitdagend. Een probleem is vaak niet zomaar op te lossen. Daarnaast vind ik het werk heel afwisselend. Iedereen is anders en je bent niet in één dag klaar. Je kunt een leerling maandenlang volgen. Dat vind ik leuk en nuttig. Stel je voor: iemand is depressief, zit echt niet goed in zijn vel, maar het is nog niet erg genoeg voor een doorverwijzing of opname. Of je wilt iemand verwijzen, maar je loopt tegen enorme wachtlijsten aan in de GGZ. Als jeugdarts kun je sneller praten met zo’n kind en het gezin.’
Waarom zou je anderen aanraden om jeugdarts te worden?
‘Het is een upcoming werkveld. Het wordt groter en dat moet ook. Er is behoefte aan. Zorgkosten nemen toe, het aantal chronisch zieken neemt toe, lifestyle-gerelateerde ziektes nemen toe… We hebben meer mensen nodig die dit willen doen.
Daarnaast houdt het je dichtbij. Ik denk weleens: als je alleen maar op kantoor met beleid bezig bent en je ziet geen patiënten of leerlingen meer, dan raak je op de lange termijn toch een beetje de feeling kwijt met wat er nou echt speelt bij mensen. Het is ook fijn dat de kinderen waar je mee werkt niet echt ziek zijn. Hiervoor heb ik drie jaar in het kinderziekenhuis gewerkt. Dit werk is wat vrolijker, minder heftig.
Een ander verschil met werken in het ziekenhuis is dat je veel flexibeler bent. Je hebt de tijd en mogelijkheid om zelf je werkzaamheden te plannen. Vaak heb ik in de ochtend spreekuur en werk ik die gesprekken in de middag uit. Maar omdat het niet spoedeisend is, kan ik ook eerst gaan sporten. Daar word ik heel blij van, dat je niet van overdracht tot overdracht in het ziekenhuis zit. Je leven wordt er leuker van. Ook geef ik naast mijn baan als jeugdarts lifestyleworkshops en -webinars bij bedrijven, gevolgd door een-op-een-begeleiding. Die eenmanszaak is voortgekomen uit mijn opleiding.’
‘Je hebt de tijd en mogelijkheid om zelf je werkzaamheden te plannen’
Wat is de meerwaarde van deze opleiding?
‘Ten eerste heb je elke week onderwijs. Je wordt dan verplicht om bepaalde protocollen door te nemen en te bestuderen. Daar word je uiteindelijk een betere arts van. Ten tweede zorgen de modules en praktijkopdrachten ervoor dat je processen kunt verbeteren. Dat wordt gestimuleerd vanuit de opleiding. Je krijgt een bepaalde manier van denken aangeleerd: breder, maatschappelijk. Ten derde moet je net als huisartsen van alles wat weten. Het duurt even voor je al die kennis hebt. Ik zie dus zeker de meerwaarde, of eigenlijk de noodzaak, om in opleiding te zijn.’
Voor wie is deze opleiding?
‘Voor artsen die het mooi vinden om (ook) met beleid en verbreding bezig te zijn. En voor iedereen die denkt: wil ik extra verdieping in mijn vak? Wil ik beter worden als arts? Maar het is ook een optie voor basisartsen die twijfelen of hun toekomst in het ziekenhuis ligt. Ik wist zelf eerlijk gezegd niet goed wat een jeugdarts deed en dat is zonde, aangezien er een overschot aan basisartsen aankomt. Als je weet wat wij doen en je wilt het niet: prima. Maar loop in ieder geval een keer met een jeugdarts mee of stel je vragen aan SOGEON, zodat je weet wat we doen. Het is namelijk echt een heel mooi vak.’