Tekort aan coschappen vraagt om actie
Er zijn momenteel meer studenten geneeskunde dan dat er plekken zijn voor coschappen en keuzestages. Dat moet veranderen, vindt Ingrid Swaans van UMC Utrecht. ‘Alleen door praktijkervaring op te doen krijgen we de artsen waar Nederland om zit te springen. Zoals artsen in de sociale geneeskunde’
Ingrid is van huis uit jeugdarts en draait al jaren mee als docent geneeskunde bij het Juliuscentrum. Dat is het kenniscentrum voor Gezondheidswetenschappen en eerstelijnsgeneeskunde van het UMC Utrecht. Ze is daar ook coördinator coschappen en keuzestages. ‘De studenten die ik begeleid leren meer door mee te lopen in de praktijk dan in de collegebanken.’
Verplichting voor vijfdejaars
Dat er een tekort is aan plekken voor coschappen, is haar grootste uitdaging. ‘Coschappen lopen is verplicht voor elke vijfdejaars student. Alleen al bij ons zijn dat er minstens 300.’ Hoewel ze uit ervaring weet dat bij vrijwel elke instelling bevlogen professionals klaarstaan om de studenten wegwijs te maken in het vak, stuit ze vaak op terughoudendheid bij bestuurders. ‘Die willen of kunnen studenten niet altijd de ruimte geven omdat daar een investering voor nodig is.’
Bij keuzestages speelt dit minder volgens Ingrid. Studenten hebben daarbij meer vrijheid om te kiezen voor een vakgebied dat hen bijzonder interesseert. ‘Instellingen zien gemotiveerde mensen graag komen.’
Samenwerking buiten de muren
Om iets aan het tekort te doen, investeert het UMC in samenwerking met partijen buiten de eigen muren. Zoals instellingen voor ouderengeneeskunde, sportgeneeskunde, gehandicaptenzorg en revalidatiezorg. Ook buurtteams zijn in beeld, net als andere instanties die zorg leveren in de wijk, zoals aan mensen met een migratieachtergrond.
In het verleden was het bij UMC Utrecht gebruikelijk dat elke vijfdejaars geneeskundestudent een week de wijk in ging. Dit werd vanuit de afdeling Public Health geregeld. Tijdens de pandemie was dat niet meer mogelijk, maar gelukkig kunnen ze dit nu weer meer studenten aanbieden. ‘In de wijk zien ze patiënten of cliënten in hun eigen omgeving en doen ze vaak indringende ervaringen op. Wat ze beleven in de praktijk, blijft hen vaak lang bij. Het is een eyeopener als je er bijvoorbeeld achter komt dat iemand niet uit onwil steeds te laat komt, maar dat een patiënt de bus niet kan betalen en dat hij zich schaamt.’
Tussen het stof en de schimmels
Tijdens een coschap in de sociale geneeskunde komen studenten ook wel eens bij patiënten thuis en ook dat maakt indruk. ‘Studenten ontdekken dan pas hoeveel factoren van invloed zijn op iemands gezondheid. Als je ziet dat iemand in een omgeving vol stof of schimmels leeft, dan begrijp je pas echt dat alleen een medicijn voorschrijven niet genoeg is. Dat er samenhang bestaat tussen problemen waar mensen mee kampen. Dat je ándere disciplines moet betrekken bij het vinden van een preventieve en duurzame aanpak.’
Echt iets betekenen voor een ander
Coschappen en keuzestages in de sociale geneeskunde zijn waardevol voor studenten om te ontdekken of het vak bij ze past. ‘Ik hoor heel vaak dat studenten blij verrast zijn door de praktijkervaring, vooral door wat ze voor anderen kunnen betekenen.’
Heeft Ingrid nog tips voor andere medische faculteiten om coschappen en keuzestages buiten het ziekenhuis te stimuleren? ‘Ja, investeer in de relatie met bestaande stageplekken. Stageplekbezoeken bijvoorbeeld, worden enorm gewaardeerd. Bied ook aan om mee te denken over de invulling van het programma en laat duidelijk blijken dat je samen de verantwoordelijkheid draagt voor het coschap. En faciliteer uitwisseling tussen verschillende coschapplekken, zodat ze van elkaar kunnen leren.’