Project Description
‘Wat vind je nou het leukst aan je werk?’, vraagt mijn vriend terwijl we aan het avondeten zitten. ‘Tja, goede vraag… Ik vind zo veel dingen leuk aan mijn werk.’ Ik kauw op een stukje wortel en denk na. ‘Dat het samenvalt met de actualiteit en met mijn eigen leven. Dat vind ik het leukst!’, antwoord ik ten slotte.
Bij mijn vorige baan had ik altijd het gekke gevoel in twee verschillende werelden te leven. ’s Ochtends stapte ik als ANIOS verslavingsgeneeskunde op mijn fietsje, de wereld van psychiatrie, alcohol- en drugsmisbruik in. ’s Avonds en in het weekend leefde ik in mijn eigen wereld tussen de planten in mijn moestuin, de koffieafspraken met vriendinnen of de uitjes met mijn vriend. Twee werelden die mijlenver van elkaar af leken te staan. Die afstand gaf me altijd een vervelend gevoel, zonder dat ik kon benoemen waar het nou precies door kwam. Totdat ik begon als AIOS bij de Medische Milieukunde. Opeens viel het samen: mijn werk en mijn eigen leven. En dat vind ik heel erg fijn.
Damp uit je neus
Een voorbeeld van hoe mijn huidige werk zoveel dichter bij mijn eigen belevingswereld staat, overkwam me laatst. ‘Lijkt het je leuk om mee te helpen aan een gezondheidsadvies over drakenadem?’, vraagt mijn collega me op een doorsnee vrijdagochtend. ‘Eh, drakenadem?’, zeg ik met een vragend gezicht. Het roept jeugdherinneringen op waarin ik verkleed als kleine prinses in een roze tutu gered moest worden van een vuurspuwende draak. ‘Ja, drakenadem-ijs, dat is ontzettend koud ijs waardoor er damp uit je neus komt tijdens het eten ervan. Net als een draak.’
Veldonderzoekje
Het eten van drakenadem ijs is een rage die is overgekomen uit Amerika. Ondertussen wordt het in Nederland ook op een aantal plekken aangeboden. De vraag is of dat zonder gezondheidsrisico’s is. Het ijs, overgoten met stikstof, kan namelijk door de extreme kou schade veroorzaken bij degene die het eet. Wel zo handig dus als de risico’s beter in kaart gebracht worden. ‘Tijd voor een veldonderzoekje!’, grap ik met een knipoog.
Later die middag sta ik dan toch echt voor de ijskraam. ‘Een bakje drakenadem-ijs’, hoor ik mezelf tegen de verkoper zeggen. De grote bevroren kraan en de gekleurde balletjes gehuld in een mysterieuze damp trekken veel bekijks. Het apparaat maakt gorgelend en sissend het bakje vol. ‘Alstublieft mevrouw’. Enigszins aarzelend en lichtelijk gespannen stop ik een stukje in mijn mond. Drie vragende gezichten kijken me aan: ‘En? Hoe voelt het?’ ‘Mwah, het ziet er indrukwekkender uit dan het is’, zeg ik lachend, terwijl ik nog net genoeg stoom over heb om als een draak op de foto te gaan.