Een stapje extra voor zeer kwetsbare groepen

Janneke Muyselaar-Jellema is trots op haar vak. Als Arts Maatschappij en Gezondheid en jeugdarts ondersteunt ze zeer kwetsbare groepen en als coördinator van de coschappen sociale geneeskunde stimuleert ze studenten om zich breed te oriënteren. ‘In de sociale geneeskunde signaleer je medische problemen vroegtijdig en geef je adviezen om ergere problematiek te voorkomen. Je kijkt daarbij verder dan medische routines.’

Janneke groeide op in verschillende Afrikaanse landen en kreeg daardoor diverse talen, culturen en levensstijlen mee. Op 19-jarige leeftijd vertrok ze zelfstandig naar Leiden om geneeskunde te studeren. Ze liep coschappen in het ziekenhuis, maar ging uiteindelijk aan het werk buiten de ziekenhuismuren. Daar voelde ze zich als een vis in het water en ontdekte ze haar passie voor de sociale geneeskunde.

Kwetsbare kinderen
Dat ze verder wilde in de sociale geneeskunde werd haar duidelijk tijdens haar eerste baan in een asielzoekerscentrum in Leiden. In het centrum bevonden zich circa 600 vluchtelingen, waarvan de helft alleenstaande minderjarigen waren. ‘Deze groep kinderen was extreem kwetsbaar. Ze waren zonder ouders gevlucht of hadden hun ouders in de oorlog verloren. Het medische team binnen het asielzoekerscentrum zorgde bijvoorbeeld voor vaccinaties, consultaties voor pasgeboren baby’s en het wegen en meten van de kinderen. Als artsen werkzaam in de sociale geneeskunde gingen we ook stapje verder: we luisterden naar de vluchtverhalen en hielpen hen wegwijs binnen het Nederlandse zorgsysteem.’

Onzichtbare groep
Toen Janneke merkte hoe waardevol medische hulp kan zijn aan deze jonge doelgroep, ging ze in opleiding tot jeugdarts. Na ruim tien jaar werken in de kinder- en jeugdpsychiatrie en kinderrevalidatie, werkt ze nu gedeeltelijk bij het Centrum Jeugd en Gezin in Den Haag. Ze is terug bij de doelgroep die haar bekend is en waar ze veel waarde kan toevoegen: kinderen van migranten en vluchtelingen. ‘Het Nederlandse zorgsysteem kan complex zijn, vooral als je de taal niet beheerst. Ook zijn deze gezinnen soms nog niet ingeschreven of verzekerd in het Nederlandse zorgsysteem. Ze kunnen onzichtbaar zijn voor huisartsen en andere specialisten. Ik kan vanuit mijn rol veel voor deze kwetsbare doelgroep betekenen.’

Zwemdiploma’s en overgewicht
In samenwerking met tolken begeleidt Janneke jongeren en hun ouders die in een Internationale Schakelklas op de middelbare school zitten. Deze jongeren zijn pas kort in Nederland en leren in de schakelklas eerst de taal om vervolgens door te stromen naar regulier onderwijs. Het verbeteren van de gezondheid van deze jongeren start al met goede, preventieve voorlichting. ‘Ik stel vragen die voor veel Nederlandse kinderen vanzelfsprekend zullen zijn. Heeft het kind een zwemdiploma? Is hij of zij aangesloten bij een tandarts? Als ik gezondheidsproblemen ontdek, vraag ik door. Er zit vaak meer achter. Ik behandelde bijvoorbeeld een jongen met overgewicht. In zijn thuisland voetbalde hij graag buiten, maar in Nederland was hij alleen maar aan het gamen. Hij kreeg blijkbaar moeilijk contact met Nederlandse leeftijdsgenootjes en werd geweigerd voor een voetbalclub vanwege de taalbarrière. Hier komt sociale geneeskunde in de praktijk. Je zoekt preventieve oplossingen en kijkt verder dan medische routines. Ik moedigde hem aan om toch lekker te gaan voetballen, zocht samen met hem naar een geschikte voetbalclub en leerde hem over gezonde eetgewoontes. Een half jaar later kwam hij met een glimlach het spreekuur binnen. Hij was lid van een voetbalclub en 15 kilo afgevallen. ‘

Sociale geneeskunde op zijn scherpst
In het raamplan Artsenopleiding 2020 staan preventie en samenwerking voor de toekomstige arts centraal. ‘De sociale geneeskundige speelt daarin een grote rol en ik zou graag zien dat er meer aandacht komt voor artsen buiten het ziekenhuis. En dat we nóg beter samenwerken, over de verschillende specialisaties en ziekenhuismuren heen. We kunnen elkaar nog veel meer versterken.’ Ook in de geneeskundeopleidingen ligt de focus nog vaak te veel op specialismen in het ziekenhuis, vindt Janneke: ‘Een horizontalere en inclusievere medische keten in de toekomst begint in het onderwijs. Studenten moeten de ruimte voelen om zich te oriënteren op kansen buiten het ziekenhuis. Het is ook belangrijk dat er voldoende stageplekken in de sociale geneeskunde worden aangeboden en dat professionals openstaan om studenten te begeleiden. De coassistenten zijn de toekomstige artsen en maken hiermee kennis met het vak. Gelukkig hebben we in het LUMC het coschap sociale geneeskunde van twee naar zes weken kunnen verlengen. Hierdoor winnen we meer leertijd voor studenten. Juist ook in coronatijd is het belangrijk om coassistenten mee te laten lopen. Het is het vak op zijn scherpst.’

In de toekomst wil Janneke graag onderzoek doen naar carrièrekeuzes bij geneeskundestudenten. ‘Álle studenten moeten hun brede scala aan mogelijkheden kunnen ontdekken en zich vrij voelen om een richting te kiezen die bij hen past.’

Janneke Muyselaar-Jellema is arts Maatschappij + Gezondheid en jeugdarts. Ze is coördinator coschappen geneeskunde bij het LUMC en werkt één dag in de week in het Centrum voor Jeugd en Gezin in Den Haag met kinderen uit Internationale Schakelklassen.

2021-02-01T12:22:48+00:00