Veelgestelde vragen opleidingsinstellingen
Dat kan, maar dit geldt alleen voor de 2e fase opleiding tot arts Maatschappij + Gezondheid. Een opleidingsinstelling een opleidingsplek voor de 2e fase opleiding reserveren op jouw naam. Je hoeft dan niet mee te doen aan de plaatsingsprocedure (loting) van SOGEON. Zo kun je de opleiding volgen bij de instelling van jouw keuze.
Hoe werkt het?
Je kunt zelf contact opnemen met een opleidingsinstelling om te kijken of ze een plek hebben voor de 2e fase-opleiding arts Maatschappij + Gezondheid. Dit kan bij de instelling waar je nu werkt of bij een andere instelling waar je graag wilt werken.
Wil je na de 1e fase aansluitend de 2e fase doen en in dienst blijven van de SBOH, bespreek dit dan tijdig met jouw instituutsopleider.
Opleidingsinstelling én kandidaat geven reservering door
Heeft de instelling een opleidingsplek voor jou en wil jij jouw 2e fase opleiding daar volgen? Dan geven jullie beiden de reservering door bij SOGEON.
- Opleidingsinstellingen melden hun opleidingsplek en de naam van de kandidaat via het aanmeldformulier. Het aanmeldformulier ontvangen de opleidingsinstellingen van SOGEON.
- Kandidaten geven hun gereserveerde opleidingsplek aan tijdens het sollicitatieproces. Via de online sollicitatiemodule op artsmg.nl.
Geef je beiden de reservering door én doorloop je de sollicitatie* bij SOGEON succesvol? Dan kun je starten met de 2e fase-opleiding bij de instelling van jouw keuze.
* Meestal is voor een opleidingsplek 2e fase arts M+G een geldige geschiktheidsverklaring voldoende, er hoeft dan geen STARR-interview plaats te vinden.
Reserveren op naam is alleen voor de 2e fase opleiding
De mogelijkheid om een opleidingsplek te reserveren op naam geldt alleen voor de 2e fase-opleiding tot arts Maatschappij + Gezondheid. Voor de 1e fase (profielopleidingen) gelden de gebruikelijke regels uit het sollicitatieproces. We houden bij de plaatsing rekening met de voorkeuren van kandidaten en een goede landelijke spreiding.
Per 2024 wordt de overgangsregeling afgeschaft. Dit betekent dat elke aios die de (profiel)opleiding tot arts M+G zal volgen en de opleiding forensische geneeskunde, per 2024 in dienst komt volgens het vastgestelde SBOH-model voor werkgeverschap. Voor meer informatie bezoek sboh.nl.
Het doel van dit gesprek is om vast te stellen of kandidaat en opleidingsinstelling bij elkaar passen. Het gaat dus om de “klik” tussen beoogd opleider, beoogd aios en werkplek. Daarnaast is het goed om de rollen en verwachtingen met elkaar te bespreken ten aanzien van de opleidingsplek. Denk hierbij aan werkzaamheden, werkomgeving etc. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat er geselecteerd wordt voor de opleiding. Dat is al gedaan door de landelijke selectiecommissie.
Meer informatie over de procedure matchingsgesprekken.
Drie maanden voor de start van de volgende sollicitatieperiode wordt namens SOGEON aan de instelling gevraagd aan te geven of en voor welk profiel er plekken beschikbaar gesteld worden.
Een opleidingsinstelling kan opleidingsplekken aanbieden tot de uiterste datum van de inventarisatie van de opleidingsplekken (één maand voor de start van de sollicitatieprocedure). Afhankelijk van het moment van aanbieden van de opleidingsplekken na de inventarisatiedatum kunnen deze al dan niet meegenomen worden in het (na)plaatsingsproces. Dit is ter beoordeling van SOGEON.
Voor meer informatie over het beschikbaar stellen van opleidingsplekken verwijzen we je naar onze voorwaarden.
Er kan een e-mail gestuurd worden met de gewijzigde gegevens naar support@sogeon.nl.
Per ronde ontvangen opleidingsinstellingen een mail met daarin de mogelijkheid om een plek aan te bieden per per profiel van SOGEON. Heb je hier vragen over dan kun je mailen naar support@sogeon.nl
De arbeidsovereenkomst gaat in per 1 maart of 1 september (afhankelijk van sollicitatieronde). Het cursorisch onderwijs start doorgaans later in de maand. De daadwerkelijke inzet van de aios bij de instelling start op 1 maart dan wel 1 september.
De SBOH sluit voor alle aios een verzekering voor beroepsaansprakelijkheid en beroepsrechtsbijstand. De aios zijn BIG geregistreerde artsen en hebben dus hun eigen verantwoordelijkheid. De opleidingsinstelling dient zelf te zorgen voor adequate supervisie.
Ja dat is prima en hoeft verder niet met SBOH afgestemd te worden. Als zorgverlenende instelling heb je ook een eigen vergewisplicht. Als het voor de opleidingsinstelling nodig is een VOG (Verklaring Omtrent het Gedrag) van de aios te hebben, moet dit zelf met de aios geregeld worden. De aios kan de kosten hiervoor declareren bij de SBOH.
Het model is gebaseerd op een fulltime-aanstelling. Bij een parttime-aanstelling wordt de opleidingsduur verrekend en worden de stageperiodes aangepast in duur. De parttime factoren die zijn toegestaan vanuit het landelijk werkgeverschap zijn:
- 38 uur (fulltime), 6,5 uur scholing per week, 31,5 uur in de praktijk.
- 34,5 uur (0,9 fte), 6,5 uur scholing per week, 28 uur in de praktijk.
- 30,5 uur (0,8 fte), 6,5 uur scholing per week, 24 uur in de praktijk.
- 26,6 uur (0,7 fte), 6,5 uur scholing per week, 20 uur in de praktijk (alleen mogelijk voor de opleidingen jeugdgezondheidszorg (1e +2e fase) en vertrouwensarts.
Bij een kleinere aanstelling zijn de randvoorwaarden om voldoende te leren te mager. Alleen voor de opleiding jeugdgezondheidszorg (1e en 2e fase) en vertrouwensarts is het mogelijk te kiezen voor een aanstelling van 0,7 fte. Een kandidaat maakt deze keuze tijdens het solliciteren. De arbeidsovereenkomst van het SBOH volgt op deze 3 mogelijke dienstverbanden. Binnen deze uren wordt rekening gehouden met 6,5 uur per week scholing.
Het cv van de kandidaat die is toegewezen wordt aangeboden aan de instelling ter voorbereiding op het matchingsgesprek.
Als praktijkopleider wordt je inzet – per aios die je begeleidt – vergoed tot zes uur per week. De SBOH verrekent jouw inzet en de opbrengst van de aios met de opleidingsinstelling. De tarieven zijn vastgesteld door de SBOH, na overleg met GGDGHOR NL en ActiZ, en worden vastgelegd in mantelovereenkomsten tussen SBOH en GGDGHOR NL en SBOH en ActiZ.
De SBOH betaalt jouw inzet – per aios die je begeleidt – voor zes uur per week. Van deze vergoeding houdt de SBOH per maand overigens wel een bedrag in dat is bedoeld voor de opleiding van praktijkopleiders.
Opleider 1e fase
Als je opleider wil worden van een aios in de eerste fase van de opleiding moet je minimaal drie jaar een profielregistratie hebben in het betreffende profiel. Ook moet je minimaal zestien uur per week binnen een erkende opleidingsinstelling werken.
Opleider 2e fase
Wil je opleider worden van een aios in de tweede fase van de opleiding, dan moet je minimaal drie jaar een BIG-registratie als arts M+G hebben en minimaal zestien uur per week werkzaam zijn bij een erkende opleidingsinstelling.
Basisscholing
Daarnaast volg je de nieuwe ‘Basisscholing voor opleiders sociale geneeskunde’.
Als je al een erkenning hebt als opleider, hoef je de basisscholing niet opnieuw te volgen. Wel moet je jaarlijks het vervolgtraject doorlopen. Dit traject bestaat elk jaar uit twee contactdagen (twaalf uur), deelname aan intervisie voor opleiders en zes uur deelname aan activiteiten op het gebied van ontwikkeling/kwaliteitsborging van de opleiding. Lees meer over deze scholing.
Jazeker, ook na 1 januari 2019 gelden de regels van het College voor Geneeskundig Specialisten (CGS) voor de erkenning van opleidingsinstellingen. Klik hier voor meer informatie over de regelgeving.
Voor aios die in 2019 starten met de eerste fase van de opleiding geldt het nieuwe curriculum. Bij een fulltime aanstelling start de aios in het eerste jaar van de eerste fase met een opleidingsperiode van negen maanden. Daarna volgt de aios een stage van drie maanden buiten de publieke gezondheidszorg. De opleidingsinstelling hoeft deze stage niet zelf te regelen en is ook niet verantwoordelijk voor de begeleiding bij deze stage. Het opleidingsinstituut (NSPOH of TNO) zorgt voor plaatsing in deze externe (klinische) stage.
Vervolgens wordt de aios voor een opleidingsperiode van zes maanden geplaatst bij een nieuwe opleidingsinstelling met een erkenning voor het profiel. Daarna volgt een stage Maatschappij + Gezondheid die drie maanden duurt en waarin de verbreding wordt gezocht. De eerste fase wordt afgesloten met een keuzestage van drie maanden passend bij het betreffende profiel.
De tweede fase is profieloverstijgend en bestaat uit twee leerperiodes van negen maanden en twee stages van drie maanden. Bij de stages gaat het om één stage Maatschappij + Gezondheid en één keuzestage. Gedurende de hele tweede fase doet de aios een academische stage bij een universiteit.
De opleidingsinstelling betaalt alleen voor de valuteerbare arbeid van de aios. Dit is de productie die de instelling van de aios kan verwachten, zoals JGZ-spreekuren, de afhandeling van infectieziekten of tuberculosemeldingen en advisering bij milieuvragen.
De inzet van de opleider wordt vergoed tot zes uur per week. De SBOH verrekent de inzet van de opleider en de opbrengst van de aios met de opleidingsinstelling. Hierbij is rekening gehouden met het feit dat een eerstejaars aios minder productief is dan een aios in het tweede of volgende jaar.
De tarieven zijn vastgesteld door de SBOH, na overleg met GGDGHOR NL en ActiZ, en worden vastgelegd in mantelovereenkomsten tussen SBOH en GGDGHOR NL en SBOH en ActiZ.
Omdat ook een arts in opleiding productie levert, is door het ministerie van VWS bepaald dat hiervoor moet worden betaald. De opleidingsinstelling betaalt alleen tijdens de opleidingsperiodes van negen en/of zes maanden, en dus niet voor de kortere stages van drie maanden zoals de M+G-stage of de keuzestage.
De SBOH betaalt de inzet van opleiders voor zes uur per week. Van deze vergoeding houdt de SBOH per maand een bedrag in dat is bedoeld voor de opleiding van de opleiders.
Artsen die opleider willen worden van een aios eerste fase moeten minimaal drie jaar een profielregistratie hebben in het betreffende profiel. Ook moeten zij minimaal zestien uur per week binnen een erkende opleidingsinstelling werken. Artsen die opleider willen worden van een aios tweede fase moeten minimaal twee jaar een BIG-registratie als arts M+G hebben en minimaal zestien uur per week werkzaam zijn bij een erkende opleidingsinstelling. Daarnaast moet een arts die opleider wil worden de nieuwe ‘Basisscholing voor opleiders sociale geneeskunde’ volgen. Klik hier voor meer informatie over deze scholing.
Opleiders die al een erkenning hebben als opleider hoeven de basisscholing niet opnieuw te volgen. Wel moeten zij jaarlijks het vervolgtraject doorlopen. Dit traject bestaat jaarlijks uit twee contactdagen (twaalf uur), deelname aan intervisie voor opleiders en zes uur deelname aan activiteiten op het gebied van ontwikkeling/kwaliteitsborging van de opleiding. Klik hier voor meer informatie over deze scholing.
De kandidaat-aios solliciteert bij de landelijke selectiecommissie en geeft hierbij een voorkeur aan voor een opleidingsinstelling. Is de aios eenmaal geselecteerd, dan plaatst SOGEON de aios bij een van de opleidingsinstellingen. Hierbij wordt zo veel mogelijk rekening gehouden met de voorkeur van de aios en een landelijke spreiding. SOGEON behoudt zich het recht voor af te wijken van de opgegeven voorkeuren van een kandidaat.
Vervolgens vindt er een matchingsgesprek plaats met de opleidingsinstelling. Blijkt er geen goede match te zijn, dan kan een van de partijen zich terugtrekken. Er is dan echter geen garantie dat er een andere aios beschikbaar is die wel bij de opleidingsinstelling geplaatst kan worden.
Voor de 2e fase opleiding tot jeugdarts wordt een tekort aan subsidieplekken verwacht in het cohort 2022. Om alle kandidaten gelijke kansen te geven is er door partijen een verdeelmodel bedacht: Lees meer.
We kunnen nog geen toezeggingen doen dat iedere opleidingsinstelling die opleidingsplaatsen aanbiedt ook daadwerkelijk een aios krijgt toegewezen. Dit hangt af van de vraag en het aanbod.
Ja, ook basisartsen met een dienstverband bij een opleidingsinstelling solliciteren bij de landelijke selectiecommissie. Na selectie komen zij in dienst bij de SBOH. Indien mogelijk worden ze daarna geplaatst bij hun huidige werkgever, maar dit is geen garantie. De aios krijgen op kosten van de SBOH een salarisgarantieregeling en een salarisperspectiefregeling voor de duur van hun opleiding. De huidige werkgever kan een terugkeergarantie geven, maar dat is niet verplicht.
Ja, dat kan tot 2022. De tweede fase wordt langzaam aangepast aan het nieuwe curriculum: in 2021 is ook deze fase geheel vernieuwd.
Meld je aan voor de arts M+G nieuwsbrief
Je bent succesvol aangemeld! Ga naar artsmg.nl