‘Toegang tot zorg is minder vanzelfsprekend dan het lijkt’

Al tijdens haar studie geneeskunde trok ‘public health’ de aandacht van Mariëlle Jambroes. Toegang tot zorg heeft een belangrijke rol in gezond zijn én blijven. En die toegang is minder vanzelfsprekend dan het lijkt, ontdekte ze. Als hoofd van de afdeling public health aan het UMC Utrecht kan de arts M+G nu het verschil maken.

‘Mijn droom is dat public health een vast en substantieel onderdeel wordt van alle medische vervolgopleidingen én dat ons vakgebied een sterke academische inbedding krijgt in de UMC’s’, zegt arts M+G Mariëlle Jambroes. Haar missie is helder: de nieuwe generatie artsen moet zich bewust worden van het belang van publieke gezondheid en veel meer verbonden zijn met het sociale domein. 

Eye-opener in Afrika 

‘Tijdens mijn opleiding geneeskunde miste ik voldoende en aantrekkelijk public health onderwijs’, vertelt ze. ‘Ik liep stages in Afrika en zag daar dat mensen soms drie dagen moesten lopen om medische zorg te krijgen. En ik zag er ziektes in vergevorderde stadia die wij in Nederland niet kennen. De toegang tot zorg is enorm bepalend voor hoe gezond mensen zijn en blijven en de mate waarin ze herstellen. Daar had ik tijdens mijn studie nauwelijks iets over gehoord. Wij richten ons veel meer op het individu, terwijl de publieke gezondheid zo belangrijk is.’

Verschil maken 

Mariëlle besloot de master of public health te gaan volgen en was er al snel van overtuigd dat ze daarin verder wilde. Ze koos voor de opleiding arts M+G in de vrije richting en stortte zich eerst op populatie-onderzoek, onder andere op het gebied van de bijwerkingen van HIV-medicatie. Sinds zeven jaar werkt ze op de afdeling public health van het UMC Utrecht, waarvan de laatste jaren als hoofd. Een positie waarin ze verschil kan maken en ervoor kan zorgen dat “haar” onderwerp wel de aandacht krijgt die het verdient in het geneeskundecurriculum. ‘Wij geven richting aan het onderwijs en onderzoek’, legt ze uit. ‘Daarin werken we samen met andere UMC’s én we hebben een groot netwerk buiten het ziekenhuis, in de vorm van GGD’s en organisaties in het sociale domein.’ 

Coschap in de wijk

Eén van de eerste “successen” die ze met haar afdeling boekte, was het ontwikkelen van een nieuw coschap. ‘Tijdens hun opleiding lopen studenten geneeskunde een week een coschap buiten het ziekenhuis en buiten de medische setting, bijvoorbeeld bij het Buurtteam of een andere organisatie in het sociaal domein’, legt ze uit. ‘Juist buiten het ziekenhuis en in de wijk leren ze de context van een patiënt kennen, ontdekken ze welke factoren een rol kunnen spelen in gezond zijn en blijven en horen ze wat ontbreekt in de samenleving en waar behoefte aan is onder de bevolking. Vragen die wij vervolgens weer kunnen gebruiken als uitgangspunt voor onderzoek.’ 

Beter onderwijs, beter zorg 

Regelmatig hoort ze van studenten dat zo’n week hen uit hun “bubbel” haalt. ‘Geneeskunde is het toonbeeld van meester en gezel: de dokter leidt de dokter op. Terwijl je als dokter ook moet leren van je patiënt’, zegt Mariëlle. ‘Een goede dokter zijn is in mijn ogen meer dan de juiste pil kunnen voorschrijven. Je moet je bewust zijn van de problemen die op de achtergrond kunnen spelen bij een patiëntmeer kunnen signaleren dan een klacht. En er bij een doorverwijzing bijvoorbeeld bij stil staan dat je patiënt duidelijkheid wil over een mogelijke eigen bijdrage. Door de artsen van de toekomst beter op te leiden, kunnen zij uiteindelijk betere zorg leveren.’

Meer aandacht voor public health 

Mariëlle ziet dat er binnen UMC’s steeds meer aandacht komt voor public health en daarmee voor preventie. ‘Ik ben er trots op dat we met ons onderwijs en het onderzoek dat we doen bijdragen aan het oplossen van gezondheidsproblemen veroorzaakt door sociale verschillen’, zegt ze. ‘Wij hebben in ons team bijvoorbeeld ook een ervaringsdeskundige armoede en sociale uitsluiting aangetrokken. Iemand die uit ervaring kan vertellen wat er leeft in de samenleving en hoe je mensen uit de doelgroep die je onderzoekt ook daadwerkelijk bij dat onderzoek kunt betrekken.’ 

Mariëlle’s missie 

Het lijkt er dus op dat de toekomstdroom van Mariëlle werkelijkheid kan worden. ‘Gelijke toegang tot zorg voor iedereen is nog steeds de grootste uitdaging waar we voor staan. Maar we leiden nieuwe artsen op, doen onderzoek en zijn daarbij een laagdrempelige partner voor organisaties in het sociale domein. En er zijn inmiddels twee UMC’s, waaronder Utrecht, waar de opleiding tot arts M+G is ingebed. Ik ben optimistisch over de toekomst.’

Dit artikel is eerder verschenen op kamg.nl

2022-08-30T13:14:17+00:00