Hoe maak je het vak van Arts Maatschappij + Gezondheid aantrekkelijk voor studenten geneeskunde? Volgens Janneke Muyselaar-Jellema spelen coschappen buiten het ziekenhuis daar een belangrijke rol in. Als coördinator coschappen sociale geneeskunde bij het Leids Universitair Medisch Centrum stimuleert zij studenten om ervaring op te doen in de sociale geneeskunde. Maar ook in het werkveld liggen kansen om coschappen aantrekkelijker te maken.
De meeste artsen in Nederland werken buiten het ziekenhuis. Toch doen studenten geneeskunde slechts kort praktijkervaring op met zorg buiten de ziekenhuizen. Gemiddeld duren coschappen in de masterfase van de opleiding geneeskunde drie jaar. Daarvan bestaat maar een klein deel, gemiddeld 12 weken, uit coschappen buiten het ziekenhuis. ‘Er zijn nu nog onvoldoende stageplaatsen beschikbaar in de sociale geneeskunde. In ziekenhuizen is het voor artsen de normaalste zaak van de wereld om coassistenten op te leiden. Hoe mooi zou het zijn als het ook voor elke arts of aios buiten het ziekenhuis gebruikelijk is om co’s te begeleiden? Dan is opleiden een onderdeel van je werk als arts.’
Wereld aan mogelijkheden
Janneke zag de afgelopen tien jaar onder studenten geneeskunde een toenemende interesse en vraag naar keuzestages in de sociale geneeskunde. Initiatieven als de speeddate van LUMC met artsen buiten het ziekenhuis en de online speeddate van arts M+G dragen daar aan bij. Maar tegelijkertijd ziet ze nog regelmatig dat studenten bijna stoppen omdat het ziekenhuis niet bij hen past. ‘Ze hebben dan geen idee dat er nog een hele wereld aan mogelijkheden ligt; alleen al binnen het domein Maatschappij + Gezondheid bestaan al acht profielen.’
Rolmodellen
‘Het is belangrijk dat we studenten al vroeg in hun opleiding kennis laten maken met rolmodellen uit de sociale geneeskunde’, vindt Janneke. ‘Bij het LUMC doen we dat bijvoorbeeld door professionals te betrekken bij hoorcolleges, werkgroepen en speeddates. Zo zien de studenten niet alleen een chirurg of internist, maar juist ook een vertrouwensarts of jeugdarts. Daardoor krijgen zij beter mee wat het werk eigenlijk inhoudt. Want wat een chirurg of een huisarts doet, dat weten we wel. Maar wat doet bijvoorbeeld een forensisch arts of een bedrijfsarts?’
Middenin de leefwereld
Als docent adviseert Janneke studenten om ook praktijkervaring op te doen buiten de ziekenhuizen. ‘Je komt dan veel meer terecht in de leefwereld van mensen, bijvoorbeeld omdat je op huisbezoek gaat. Dat helpt om de context van zorg te begrijpen. Als student leer je daar misschien niet hoe een hart werkt, maar wel over andere waardevolle onderwerpen. Zoals leefstijl, preventie en ons zorgstelsel. Onderwerpen die wezenlijk zijn bij je vorming als arts. Zelfs als je uiteindelijk wél in het ziekenhuis aan de slag wilt gaan.’
Kansen voor co’s
Landelijk is steeds meer aandacht voor het opleiden van zorgprofessionals buiten de ziekenhuizen. Ook het Raamplan Artsopleiding 2020 erkent het belang voor extramurale opleidingsmogelijkheden. ‘Daarom is het juist nu een goed moment om kansen aan te pakken’, legt Janneke uit. ‘Daarbij moeten we samenwerken, van opleidingsinstituten tot zorgorganisaties en beroepsverenigingen. Een mooi voorbeeld hiervan is ‘Kansen voor Co’s’ van het Nederlands Centrum voor Jeugdgezondheid. Als jeugdgezondheidszorg bundelen we daarin onze krachten en onderzoeken wat er nodig is om echt vanuit het hart van de JGZ op te leiden.’
Ben jij benieuwd naar het vak Arts Maatschappij + Gezondheid? Doe dan eens mee aan de online speeddate arts M+G, de speeddate van LUMC of het webinar van Kansen voor Co’s op 11 september 2023.
Lees ook:
- Een stapje extra voor zeer kwetsbare groepen (Interview Janneke Muyselaar-Jellema)
- ‘Tekort aan opleiders vraagt om nieuwe leervormen’ (Interview Saskia van de Merwe, arts M+G en hoofdopleider bij GGD Rotterdam-Rijnmond)
- GGD Gelderland-zuid investeert in artsen van de toekomst
- JGZ Kennemerland: opleiden met een open blik