Claire Geluk is sinds een paar jaar arts infectieziektebestrijding en werkt bij een GGD. Binnenkort start ze met de tweede fase van de opleiding tot arts M+G, het deel dat opleidt tot specialist. ‘Als arts M+G kijk je veel breder en kun je veel meer impact maken.’
‘Ik was nog maar net als arts infectieziektebestrijding begonnen toen de coronaperiode aanbrak. Professioneel gezien een heel interessante tijd. Zowel inhoudelijk als organisatorisch moest ik allerlei capaciteiten aanspreken die ik in het ziekenhuis nog nooit gebruikt had.’
Waarom ben je arts infectieziektebestrijding geworden?
‘Ik heb tien jaar lang als fertiliteitsarts in het ziekenhuis gewerkt. Daar was ik echt met individuele patiëntenzorg bezig. Heel mooi werk, maar op een gegeven moment dacht ik twee dingen: ik wil meer voor de maatschappij doen én ik wil me verdiepen in een nieuw onderwerp. Toen ben ik rond gaan kijken en uiteindelijk bij infectieziektebestrijding terechtgekomen.’
‘Als arts infectieziektebestrijding kijk je niet alleen naar de patiënt, maar ook naar het systeem daaromheen.’
Waarom spreekt dit vak je aan?
‘Ik vind het heel mooi dat je als arts infectieziektebestrijding niet alleen naar de patiënt kijkt, maar ook naar het systeem daaromheen. Je vraagt je af: wat is de bron van de infectieziekte? Wie zou er nog meer besmet kunnen zijn? En: Hoe kun je verdere verspreiding voorkomen? Je kijkt naar het grotere geheel. Iets wat je als arts in het ziekenhuis niet doet.
Daarnaast moeten we er echt naartoe dat er veel minder mensen in het ziekenhuis terechtkomen. We moeten veel meer focussen op preventie. Dat is de toekomst van de geneeskunde en als arts M+G kun je je daar hard voor maken.’
Waar ben je momenteel mee bezig?
‘Ik ben een vaccinatie-tool aan het ontwikkelen. Een online vragenlijst waaruit een persoonlijk vaccinatieadvies komt rollen. We merkten dat de informatievoorziening rondom vaccinaties best wel versnipperd is. Op de ene plek vind je informatie over reisvaccinaties, op de andere informatie over de griepprik voor risicogroepen en weer ergens anders informatie over het rijksvaccinatieprogramma. Dat wilden we op één plek samenbrengen.
Op dit moment brengen we door middel van een gebruikersonderzoek in kaart hoe mensen de tool ervaren. De personen die ik tot nu toe gesproken heb zijn erg enthousiast. Dat geeft veel voldoening. Je bent iets aan het doen wat echt meerwaarde heeft. En wat mogelijk tot meer vaccinaties leidt. Nou ben ik een voorstander van vrije vaccinatiekeuze, maar soms wordt die keuze gebaseerd op onjuiste informatie. Op deze manier draag ik mijn steentje bij aan een betere informatievoorziening.’
‘Ik zou willen dat er een consultatiebureau voor volwassenen komt, dat zou zichzelf dubbel en dwars terugverdienen.’
Wat is voor jou het grootste verschil met werken in het ziekenhuis?
‘In het ziekenhuis zag ik de hele dag patiënten en was er weinig tijd voor andere zaken. Mijn mail las ik in de pauze, vergaderingen vonden vaak plaats buiten werktijd en als ik uitliep op de poli, gaf dat stress. Nu kan ik voor een groot deel zelf beslissen hoe ik mijn tijd indeel en waar ik die tijd aan besteed. Je bent dus veel flexibeler en werkt vooral aan wat jij belangrijk vindt, waar jij in gelooft.
Wat ook heel fijn is: je kan projecten van kop tot staart uitvoeren. Je denkt mee, implementeert en evalueert. In het ziekenhuis kan je wel meedenken over dingen, maar dat moet meestal buiten werktijd. En als je iets wil verbeteren, is daar vaak weinig tijd en ruimte voor.
Maar het grootste verschil is dat een arts infectieziektebestrijding zich bezighoudt met preventie. Zo was ik een tijd geleden betrokken bij de ruiming van een kippenboerderij, vanwege vogelgriep. Mijn taak was voorkomen dat mensen ziek werden en gelukkig is dat gelukt. Het gekke is alleen: je weet nooit zeker of die mensen zonder jouw bescherming wél ziek waren geworden. Dat is het lastige van preventie, dat het ongrijpbaar is. Je wilt dat gezonde mensen gezond blijven.’
Wat is je grote droom?
‘Ik zou heel graag een consultatiebureau voor volwassenen in het leven roepen. Nu staan we tot ons negentiende onder controle en daarna houdt het op. Maar als je volwassenen vroegtijdig en gestructureerd kunt informeren over zaken als leefstijl, bloeddruk, cholesterol en vaccinaties kun je zoveel problemen ondervangen. Uiteraard kost dat geld, maar op de lange termijn zal het zichzelf dubbel en dwars terugverdienen.’