14 november 2023 | Elijah Sanches is vertrouwensarts bij Veilig Thuis en aios arts Maatschappij + Gezondheid. Als hij klaar is met zijn specialisatie wil hij meer de beleidskant op. ‘Ik kan grotere verschillen maken, voor meer gezinnen, als ik het systeem op bepaalde punten weet aan te passen.’
‘Als vertrouwensarts ben je de brug tussen de medische, juridische en maatschappelijke wereld. Je hebt een kantoor, maar je komt vooral veel bij de mensen thuis. En in ziekenhuizen en op scholen. Elke dag is anders. Het is allesbehalve fabriekswerk.’
Wat doet een vertrouwensarts?
‘Vertrouwensartsen houden zich de hele dag bezig met veiligheid. Denk aan kindermishandeling, ouderenmishandeling of seksueel misbruik. We krijgen meldingen binnen van mensen die vermoeden dat er ergens iets niet in de haak is. Dat kunnen politieagenten zijn, maar ook zorgprofessionals, buren, vrienden, familie of leerkrachten. Na zo’n melding komen wij in beweging. Samen met artsen, gedragswetenschappers, psychologen en maatschappelijk werkers kijken we wat er aan de hand is en bepalen we wat er moet gebeuren en hoe snel we moeten handelen.
‘Ik maak niet één persoon, maar een heel gezin beter.’
Bij Veilig Thuis hebben we het niet over daders en slachtoffers. Situaties zijn vaak complex en het is de bedoeling dat iedereen die bij de situatie betrokken is beter wordt van onze interventie. Soms komt tijdens gesprekken naar boven dat mensen wel weten dat het niet goed gaat, maar dat ze gewoon nooit de tools hebben gekregen om het beter te doen en dat ze je vragen om die tools. Dan ga je van ontkenning naar erkenning. Vanaf dat moment kan ik tips geven en mensen doorverwijzen. Ik zeg vaak: “Ik maak niet één persoon, maar een heel gezin beter.”’
Wat vind je zo mooi aan dit vak?
‘Dat je verandering teweeg kunt brengen. Elk gesprek dat je voert begint in principe met een 3-0 achterstand. Mensen ontkennen dat er een probleem is of zien de situatie anders dan jij. Je begint een gesprek dus bijna altijd met iemand die dat helemaal niet wil, die je niet eens binnen wil laten. Als die persoon dan uiteindelijk ‘Dankjewel’ zegt of ‘Je hebt me echt geholpen’, dan geeft je dat een goed gevoel. Je bent blij dat je van die 3-0 achterstand een 1-0 voorsprong hebt kunnen maken.’
Hoe kwam je in aanraking met dit vak?
‘Ik had eerst interesse in een heel ander vakgebied: plastische chirurgie. Dat leek me inhoudelijk heel interessant. Maar toen kwam corona en had ik tijd om na te denken. Ik had al een verplicht coschap gelopen bij de vertrouwensarts van Veilig Thuis. Zes weken lang ging ik met een glimlach op mijn gezicht naar mijn werk en toch dacht ik aan het eind van die zes weken: superleuk, maar ik ga in het ziekenhuis werken.
Ik vond het lastig om de stap te maken naar een baan buiten het ziekenhuis. Volgens mij hebben meer jonge artsen daar moeite mee, omdat de basisopleiding vooral gericht is op werken in het ziekenhuis. Pas heel laat in je opleiding hoor je over andere specialisaties en dan heb je al een ander doel voor ogen. Je wil chirurg of internist worden, net als de dokters in House en Grey’s Anatomy, die allemaal spannende, stoere dingen meemaken. En het heeft ook te maken met status. Die heeft een arts in het ziekenhuis meer dan een vertrouwensarts, jeugdarts of arts infectieziektebestrijding. Ik krijg bijvoorbeeld vaak van collega’s te horen: “Wat zonde dat je bij Veilig Thuis werkt, je bent zo’n slimme jongen.” Van die gedachte moeten we echt af, want het ís niet zonde als je daar met je volle verstand voor kiest. Ik vind het juist mooi dat jonge, gemotiveerde artsen dat doen. Het zou fijn zijn als onze werkomgeving die keuze meer zou steunen.’
‘Ik krijg vaak te horen: “Wat zonde dat je bij Veilig Thuis werkt, je bent zo’n slimme jongen.”’
Waarom zou je mensen aanraden om arts M+G te worden?
‘Als profielarts besteed je aandacht aan een klein stukje van de maatschappij. Je veegt je voortuin schoon, maar de straat blijft vies. Wil je echt iets veranderen, dan moet je je bezighouden met overkoepelend beleid.
Als vertrouwensarts weet je veel over de uitvoering van je vak, maar niet hoe je een beleidsplan erdoorheen krijgt of hoe je beleid in een organisatie verandert. Dat is een vak apart. Dat moet je leren. Je medische kennis is daarbij wel extreem belangrijk, want je kunt een beleidsmaker wel beleid laten schrijven, maar die weet niet wat er in de praktijk nodig is om het probleem op te lossen. Die heeft niet het contact met het werkveld. Als arts M+G ben je de brug tussen die werelden.’
Dus jij gaat de beleidskant op?
‘Over twee jaar ben ik arts M+G. Dan zie ik een transitieperiode voor me, waarin ik steeds minder met de uitvoering van mijn vak bezig zal zijn en steeds meer met de grote lijnen. De uitvoering is natuurlijk hartstikke belangrijk, maar ik kan grotere verschillen maken, voor meer gezinnen, als ik het systeem op bepaalde punten weet aan te passen. Ik wil ervoor zorgen dat Veilig Thuis straks helemaal niet meer nodig is. En dat kan alleen als je aan de voorkant dingen verandert, op het preventieve en beleidsmatige vlak. Bovendien heb je als arts M+G veel vrijheid. Je kunt de dingen aanpakken die jij belangrijk vindt en op de manier die jij voor ogen hebt. Bij de intramurale gezondheidszorg zie ik vaak dat de specialisten een soort kopie van zichzelf opleiden, maar ik wil de dingen ook op mijn manier kunnen doen.’