Project Description
Zaterdag 4 uur ’s nachts. Normaal tijd voor een laatste dansje in de club. Maar helaas, het is coronatijd én ik heb nachtdienst. Mijn telefoon gaat, ik word wakker gebeld. Het is de politiemeldkamer. Er is iemand overleden aangetroffen in een woning. Ik heb moeite om haar te verstaan door mijn slaperigheid, maar mijn pupillen worden groot zodra ik het woord “mes” hoor vallen.
Gelukkig ben ik een nachtuil en leef ik graag ’s nachts. Het donker associeer ik met dynamiek, vol met gezelligheid, spanning en mysterie, het moment dat er zich dingen afspelen die een beetje stiekem en fout zijn. Tegelijk heerst er ook vaak een serene rust. Een mooie tegenstelling.
Rood-witte linten & witte pakken
Ik haast me naar het “plaats delict”. Bij aankomst is er al een tiental mensen aanwezig: straatagenten, de hulpofficier van justitie, de tactische rechercheurs, de forensische opsporing en een handjevol nieuwsgierige buurtbewoners die gescheiden zijn door een rood-wit lint. Ik hijs me in een wit pak om sporen niet te contamineren. Het huis ziet er keurig verzorgd uit. In de fotolijstjes aan de wand staan lachende mensen geportretteerd, hun gezichten nog onwetend wat de toekomst hen zal gaan brengen. Arme familieleden. Zullen ze al weten wat er gebeurd is met hun geliefde?
In het huis treffen we pony-packs met wit poeder aan. Ik vermoed dat het cocaïne is. Een gekarteld broodmes ligt naast het lichaam. Ik voer een volledige lijkschouw uit en neem wat bloed en urine af voor toxicologisch onderzoek. “Hey doc, wat zijn deze verwondingen?”, vraagt de forensisch rechercheur aan mij. Meerdere hesitation marks zijn zichtbaar in de nek, hals en polsen. De arteria carotis lijkt doorgesneden. Verder zie ik geen afwijkingen. Lijkvlekken, lijkstijfheid en andere tekenen zijn consistent met het verhaal.
Aanwijzingen, sporen & scenario’s
We delen onze bevindingen en bespreken verschillende scenario’s. De tactische recherche concludeert dat een zelfmoord aannemelijk is op basis van meerdere aanwijzingen. Er is een handgeschreven afscheidsbrief gevonden waaruit blijkt dat zijn relatie recent verbroken is. De forensische opsporing geeft aan dat de deuren op slot zaten en dat er technisch geen sporen zijn die duiden op een misdrijf. Dan mijn expertise. De hesitation marks zijn een aanwijzing voor een zelf-aangedane oorzaak; medico-legaal zijn er geen aanwijzingen voor een malafide betrokkenheid van derden. We bellen de officier van justitie en leggen de zaak voor. Zij is het met ons eens: het lichaam wordt vrijgegeven en we kunnen door. Een moeilijk gesprek met de nabestaanden zal volgen. Gelukkig word ik ook hiervoor goed opgeleid in de profielopleiding tot forensisch arts KNMG.
Terwijl ik naar huis rijd, mijmer ik over de bijzondere inkijk in het leven van een onbekende die ik vandaag weer heb mogen ervaren. Wat gebeurt er achter deze gesloten deuren? Ken ik mijn buurman, van het soort “we zeggen elkaar gedag op straat”, eigenlijk wel?
Onzichtbare lagen & donkere kanten
Als forensisch arts ontwikkel je een scherp oog, niet alleen voor letsel, maar ook voor de maatschappij. Je wordt geconfronteerd met lagen die onzichtbaar (willen) blijven voor de meeste mensen. Ik vind dat ronduit fascinerend: hoe kan het dat we geen idee hebben wat er in deze samenleving allemaal nog meer gebeurt? Of sluiten wij onze ogen te graag voor de donkere kanten? Deze hardwerkende en ogenschijnlijk vrolijke man was depressief en had een verslaving voor cocaïne. Mensen zagen het niet.
Iets voor half 9 parkeer ik mijn auto. Het zonnetje is aan het opkomen en de mensen fietsen naar hun werk, passerend langs huizen met deuren die voor hen gesloten blijven. Ik open mijn voordeur en stap na een frisse douche nog even mijn bed in om nog wat slaap te pakken. Mijn buurvrouw is al druk met de stofzuiger bezig, hoor ik. Zou ze weten wat ik vannacht heb gedaan?