KIJK IN DE PRAKTIJK – Wat doet een arts Maatschappij en Gezondheid? Hoe ziet het vak eruit? Arts infectieziektebestrijding en praktijkopleider Toos Waegemaekers vertelt over haar beroep en wat ze meemaakt.

Hoe kwam je op het idee om arts infectieziektebestrijding te worden en als praktijkopleider aan de slag te gaan?
‘Vanaf de start van mijn werkzame leven heb ik in de publieke gezondheidszorg gewerkt. Toen dacht men dat infectieziekten grotendeels onder controle waren door de komst van vaccins, antibiotica en hygiënische leefomstandigheden. Eind twintigste eeuw kantelde dit beeld. Sindsdien is infectieziektebestrijding – weer moet je misschien wel zeggen – een belangrijk onderdeel van de publieke zorg. Bij de start van het huidige curriculum werd ik praktijkopleider. Ik vind het zeer waardevol om mijn kennis en ervaring te delen met jonge collega’s en bij te dragen aan de doorontwikkeling van het vakgebied.’

Wist je altijd al dat je arts infectieziektebestrijding wilde worden?
‘Nee, dat wist ik niet.  Maar dat is vooral om de eenvoudige reden dat het vakgebied aan het begin van mijn carrière nog niet bestond.’

Wat is het meest opmerkelijke dat je tijdens je opleiding of werk bent tegengekomen?
‘Dat is heel divers en eigenlijk te veel om op te noemen. Ik ben bijvoorbeeld betrokken geweest bij de isolatie van een heel kantorencomplex naar aanleiding van een aangetroffen poederbrief. De  commotie rondom een dreigende ebola-uitbraak was ook bijzonder. Maar ik bezoek ook rundveebedrijven en ben bij inentingssessies op scholen. Het werk is heel afwisselend; je maakt van alles mee.’

Wat wil je meegeven aan (basis)artsen en geneeskundestudenten die twijfelen of ze arts infectieziektebestrijding willen worden? Waarom moeten ze volgens jou voor het vak kiezen?
‘Het vakgebied is en blijft in ontwikkeling, de dynamiek van infectieziekten is vaak niet te voorspellen. Als arts infectieziektebestrijding werk je op het grensvlak tussen de medische inhoud en de maatschappelijke context. Vaak betreft het actuele kwesties. Inhoudelijk is het een zeer uitdagend vakgebied. Geen dag is hetzelfde. Je moet je wel realiseren dat je vaak niet behandelt, maar de rol van adviseur inneemt. Dat maakt het vak anders dan andere medische beroepen.’