Zijn ontmoeting met een medisch socioloog in de jaren ’80 bleek bepalend voor zijn carrière in de sociale geneeskunde. Inmiddels is Hein Raat hoogleraar jeugdgezondheidszorg bij het Erasmus MC waar hij zich onder meer richt op innovatie: ‘De succesvolle aanpak van jeugdgezondheidszorg in Nederland biedt ook kansen voor toepassing op andere doelgroepen, in binnen- en buitenland.’
Met name de preventieve aanpak en integrale zorg die kennen binnen de Nederlandse jeugdgezondheidszorg is sterk, vertelt Hein Raat: ‘We wachten niet tot een probleem ontstaat, maar zetten proactief in op gezondheidsbevordering. Dat is een waardevolle kijk op zorg en typerend voor ons vakgebied en de arts M+G.’
Liefde op het eerste gezicht
Hein weet nog goed dat hij voor het eerst echt in aanraking kwam met het vak waar hij nu al meer dan 35 jaar met veel passie in werkt. ‘Tijdens mijn studie geneeskunde bij het VUmc was ik actief in de co-assistentengroep. We nodigden regelmatig deskundigen uit om beter te begrijpen wat er speelde tijdens de co-assistentschappen. Zo kwam ik in contact met een medisch socioloog. Hij vertelde over het professionaliseren van de rol van artsen en verpleegkundigen in een ziekenhuis en de verhouding tot patiënten. Dát was het moment dat ik interesse kreeg voor het zogenaamde collectieve niveau. Dus niet alleen jij en je medisch-technische kennis in de spreekkamer, maar juist breder kijken naar hoe de zorg werkt en hoe we omgaan met patiënten. Je zou kunnen zeggen dat het liefde op het eerste gezicht was.’
Proactief en integraal
Die liefde is nooit gedoofd en met diezelfde brede blik kijkt hij nog steeds naar zijn werk en de zorg, waar hij altijd kansen ziet: ‘We hebben een bak aan ervaring binnen de jeugdgezondheidszorg en die kennis wil ik ook inzetten voor andere kwetsbare groepen, zoals ouderen en mensen met een chronische ziekte.’ Naast de preventieve aanpak, vindt Hein ook de integratie van sociale zorg en gezondheidszorg een belangrijk aandachtspunt: ‘In de jeugdgezondheidszorg zijn we dat gewend, maar in de zorg voor ouderen en voor mensen met een chronische ziekte speelt het ook vaak een grote rol. Je hebt te maken met aanpassingen in de woning of bijvoorbeeld huishoudelijke ondersteuning. Dat valt dan niet onder gezondheidszorg, maar wordt vanuit de gemeente aangeboden. Deze sociale zorg is onmisbaar voor deze doelgroepen en moet samen met medische zorg integraal benaderd worden om mensen echt goed verder te kunnen helpen.’
Wat heeft de thuiswonende 80-plusser nodig?
Mooi voorbeeld waarin elementen uit de jeugdgezondheidszorg succesvol werden toegepast op de doelgroep ouderen, is het project Urban Health Centres Europe. ‘We onderzochten de behoeften van zelfstandig wonende 80-plussers in Rotterdam en vier andere Europese steden. Aan de hand van een vragenlijst gingen we in gesprek over wat ze nodig hebben om langer en prettig thuis te kunnen wonen.’ Het onderzoek leverde drie duidelijke aandachtspunten op: goed management van polyfarmacie (gebruik van meerdere geneesmiddelen waardoor de kans op bijwerkingen groter wordt), valpreventie (aandacht voor bewegen en oefenen met fysieke activiteiten) en de aanpak van eenzaamheid. ‘Dat zijn concrete zaken waarmee we deze doelgroep preventief kunnen helpen en daar gaan we nu mee aan de slag.’ Het Urban Health Centres project is in vijf Europese landen succesvol uitgerold. ‘De context is overal wat anders – ieder land kent zijn eigen gezondheidssystemen en cultuur – maar de manier van werken, de methodiek en de instrumentaria zijn internationaal toepasbaar.’
Kruisbestuiving
Het is overigens niet zo dat wij in Nederland alles denken te weten en alleen maar bezig zijn met het verspreiden van onze methodes, benadrukt Hein: ‘We zoeken altijd naar verbeteringen en innovaties en werken daarin veel samen. Op nationaal en internationaal niveau. Zo ben ik bijvoorbeeld coördinator van het CIKEO-consortium waarin we onderzoeken welke onderdelen van interventies het meest effectief zijn bij het ondersteunen van ouders met jonge kinderen in Nederland. Ook leidt mijn onderzoeksteam het Europese SEFAC consortium dat een cursus voor zelfmanagement heeft ontwikkeld voor mensen met chronische aandoeningen. Daarin maken we gebruik van een bewezen effectieve aanpak die werd ontwikkeld aan de Stanford University in Amerika, en elementen van mindfulness. In pilotvorm wordt dit vervolgens onderzocht in Nederland, Kroatië, Italië en Engeland. Kortom; er is veel kruisbestuiving. Over medische expertises heen, maar ook tussen de doelgroepen én over de landsgrenzen.’
Meer weten over (innovatie)projecten van Hein en zijn onderzoeksteam?
Enkele mooie voorbeelden van lopende projecten: