Ervaringen van een jeugdarts in opleiding
Vanuit de overtuiging dat ieder kind een goede start verdient, begon Myrna Linders ruim een jaar geleden aan haar opleiding tot jeugdarts. Haar grootste motivatie? Gezondheidsverschillen wegnemen.
‘Helaas maakt het in Nederland nog steeds veel uit waar iemands wieg staat. Als jeugdarts kun je hierin gelukkig veel betekenen. Als je gezondheidsverschillen aanpakt, heeft dat effect op de ontwikkeling en ook op de kansen die het kind krijgt.’
Negatieve patronen doorbreken
Eigenlijk hangt veel met elkaar samen, vertelt Myrna. ‘Als een kind ’s ochtends niet ontbeten heeft omdat er geen geld is voor een ontbijt, zal het zich slechter kunnen concentreren op school. Een lager opleidingsniveau kan leiden tot een lager inkomen of armoede. Door een kind te steunen en op het juiste spoor te krijgen, is het mogelijk om generatieoverstijgend patroon van laaggeletterdheid, armoede en soms huiselijk geweld te doorbreken. Dat kun je niet alleen, daar heb je andere professionals en partijen voor nodig, zoals scholen, peuterspeelzalen, huisartsen en wijkteams. Die nauwe samenwerking maakt het vak van de jeugdarts leuk en afwisselend.’
Behoefte aan verdieping
Het was tijdens haar werk als anios jeugdgezondheidszorg bij de GGD Noord- en Oost- Gelderland toen Myrna als een blok viel voor het vak van de jeugdarts. ‘Via mijn werkgever mocht ik een introductiemodule van tien dagen volgen en na afloop merkte ik dat ik nog veel meer behoefte had aan verdieping. Zo is het balletje gaan rollen en werd de keuze voor mij glashelder: ik wilde jeugdarts worden.’ Ze solliciteerde op een opleidingsplek en in het voorjaar van 2021 kwam het goede nieuws, ze was toegelaten.
Kijkje in de keuken
De opleiding en het werk als jeugdarts bevallen Myrna erg goed. Ook de externe stages ervaart ze als een mooi pluspunt. ‘Ze geven een breed beeld van het vakgebied. Mijn vorige stage was bijvoorbeeld bij kinderpsychiatrie en op dit moment loop ik een stage Maatschappij + Gezondheid van drie maanden bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in Den Haag. Dat zie ik als een mooi voorproefje voor de 2e fase opleiding die ik hierna wil volgen.’
De reistijd neemt ze op de koop toe: ‘Vanuit mijn huis in Brabant is een enkele reis naar Den Haag ruim twee uur. Maar voor drie maanden is dat te overzien en ik heb het er met alle liefde voor over, want stagelopen op het ministerie is een unieke kans. Het is enorm leerzaam om een kijkje in de keuken te krijgen en ondertussen vanuit een soort helicopterview ook naar mijn eigen vakgebied te kijken.’