Karien Wielaarts-Oomen, arts M+G en hoofd van de profielopleiding JGZ bij TNO, zet zich dagelijks in om nieuwe artsen M+G klaar te stomen voor de toekomst. Ze is blij met de ontwikkelingen binnen de opleiding van afgelopen jaren. ‘We leiden niet meer op voor één instelling, maar voor het hele land.’
Sinds 2019 solliciteren kandidaten bij een landelijke selectiecommissie en hebben artsen in opleiding tot arts M+G een landelijke werkgever, de SBOH. Voorheen konden alleen opleidingsinstellingen zelf een kandidaat voorstellen en kwamen aios bij die instelling in dienst. Afgelopen jaren zijn binnen de opleidingen ook meer mogelijkheden ontstaan voor (klinische) stages, keuzestages en verbreding binnen het vakgebied.
Maximale gezondheidswinst
Zelf begon arts M+G Karien haar carrière in de gezondheidszorg als tropenarts in Afrika. ‘Ik behandelde veel kinderen en het was geweldig om voor kinderen en hun gezinnen het verschil te maken. Maar in mijn achterhoofd knaagde het besef dat we veel meer konden bereiken met bijvoorbeeld een collectief vaccinatieprogramma. Daarmee konden we voorkómen dat kinderen ziek werden.’ Eenmaal terug in Nederland, wilde ze meer gaan doen aan preventie en met een brede blik naar de gezondheid van mensen kijken. Ze volgde de opleiding tot arts M+G en vond haar plek in de jeugdgezondheidszorg. ‘Op grote schaal denken en handelen met maximale gezondheidswinst, dat is wat we als artsen M+G doen.’
Spreiding en gelijke kansen
De arts M+G staat middenin de maatschappij en maakt zich sterk voor de publieke gezondheid. Dat komt met de ontwikkelingen van afgelopen jaren ook veel meer tot uiting binnen de opleiding, vindt Karien. ‘Met de invoering van het landelijke werkgeverschap worden gesubsidieerde opleidingsplekken verdeeld over het hele land. Zo kunnen we als land en in de hele publieke gezondheidszorg meer profiteren van gekwalificeerde artsen M+G. En dat is hard nodig. In de huidige coronacrisis wordt dat nog eens extra benadrukt.’ De werving en selectie wordt centraal gecoördineerd, door SOGEON. Groot voordeel daarvan vindt Karien dat kandidaten gelijke kansen krijgen. ‘Zowel pas afgestudeerde basisartsen als artsen die meerdere jaren werkervaring hebben kunnen solliciteren. We zien bijvoorbeeld regelmatig kandidaten die een nieuwe stap willen maken buiten de ziekenhuismuren of meer richting preventie willen. Alle kandidaten worden beoordeeld door een onafhankelijke selectiecommissie. Rekening houdend met de eigen voorkeuren én met de spreiding in het land, krijgen ze vervolgens een beschikbare opleidingsplek toegewezen. En alle aios krijgen vervolgens goede en gelijke arbeidsvoorwaarden, ook tijdens de externe stages.’
Verbreden en verdiepen
Binnen de eerste fase van de opleiding lopen aios drie keer drie maanden stage om het vakgebied én andere disciplines te verkennen. ‘Artsen M+G moeten een brede blik hebben en ze zijn gericht op samenwerken. Die houding is met de invoering van drie stages sterker verweven in de opleiding. Het biedt een uitgelezen kans om over je eigen vakgebied te kijken, je kennis te verrijken en bruggen te bouwen tussen verschillende disciplines.’ Aios verbreden of verdiepen hun kennis, maar ook de (stage)instellingen zelf leren meer over de rol en inbreng van de aios arts M+G. ‘Dat krijgen wij regelmatig terug van instellingen. Denk aan een jeugdarts die stage loopt bij de kinderpsychiatrie. De jeugdarts heeft veel ervaring binnen de systemen waarin een kind zich bevindt, zoals het gezin en school, en dat kan een waardevolle aanvulling zijn op de blik van de behandelend psychiater.’
Maatschappij versterken
Karien is positief over de ontwikkelingen binnen de opleiding. Heeft ze nog dromen voor de toekomst? ‘De opleiding blijft de komende tijd nog in transitie. Zo hopen we de financiering rond te krijgen voor het nieuwe Landelijke opleidingsplan (LOP). Ook werken we binnen SOGEON met verschillende partners aan academisering van de opleiding. Want de arts M+G kan nog veel meer bijdragen aan oplossingen voor vraagstukken waar we als maatschappij en gezondheidszorg mee worstelen. Zoals armoede en sociale ongelijkheid, maar ook demografische veranderingen en kindermishandeling. En als ik nog één ding mag wensen, dan is het dat instellingen en ziekenhuizen nóg ruimhartiger stageplekken bieden voor onze aios. En dat andere (medische) disciplines ook gebruikmaken van de kans om bij ons stage te komen lopen. Om nog meer leren over de rol van de arts M+G en wat we voor elkaar kunnen betekenen. Samen kunnen we de volksgezondheid en de maatschappij verder versterken.’