Praktische informatie over de opleiding tot arts M+G

Wil je arts Maatschappij + Gezondheid (M+G) worden, dan kun je vanaf 1 augustus solliciteren naar een opleidingsplaats. Maar misschien twijfel je nog en wil je – voor je de beslissing neemt – antwoord krijgen op een aantal vragen over de opleiding tot arts M+G.

De eerste vraag is natuurlijk: wat zijn de eisen? Om in aanmerking te komen voor de opleiding tot arts M+G heb je een BIG-registratie als basisarts nodig. De selectiecommissie stelt overigens wel aanvullende eisen. Die verschijnen rond 1 augustus op deze website.

Waar word ik opgeleid tot arts M+G?

Na de selectieprocedure plaatst de selectiecommissie je bij een opleidingsinstelling, waar je in de praktijk wordt opgeleid. De commissie houdt zo veel mogelijk rekening met je eigen wensen. Je kunt een (voorgestelde) plaatsing ook weigeren. Je treedt overigens niet in dienst bij de opleidingsinstelling, maar bij de SBOH. De locaties en de namen van de opleidingsinstellingen verschijnen uiterlijk 1 augustus op deze website.

Hoe ziet de opleiding eruit?

De opleiding tot arts Maatschappij + Gezondheid bestaat uit twee fases die elk twee jaar duren. In de eerste fase word je opgeleid tot profielarts in een van de volgende profielen: jeugdarts, arts infectieziektebestrijding, arts tuberculosebestrijding, arts medische milieukunde of forensisch arts.

Waaruit bestaat de eerste fase?

De eerste fase is beroepsgericht en begint met een opleidingsperiode van negen maanden. Daarna loop je drie maanden stage buiten de publieke gezondheidszorg in een aanpalend klinisch specialisme. Dan volgt er een opleidingsperiode van zes maanden bij een opleidingsinstelling en een stage M+G van drie maanden waarin je de verbreding zoekt. Je sluit de eerste fase af met een keuzestage die drie maanden duurt. De eerste fase wordt afgesloten met een registratie in het register van de KNMG.

Wat houdt de tweede fase in?

De tweede fase leidt op tot arts Maatschappij + Gezondheid. Je hoeft de tweede fase niet dírect na de eerste fase te volgen. Je kunt ook eerst een tijd aan de slag als profielarts. Wil je de tweede fase volgen, dan solliciteer je opnieuw bij de selectiecommissie. De tweede fase is profieloverstijgend en bestaat uit twee leerperiodes van negen maanden en twee stages van drie maanden. Bij de stages gaat het om één stage M+G en één keuzestage. Gedurende de hele tweede fase doe je een academische stage bij een universiteit. Die heeft de omvang van ongeveer één dag per week.

Kan ik de opleiding ook parttime doen?

Het is mogelijk om de opleiding parttime te doen. Maar je moet wel beseffen dat het model gebaseerd is op een fulltime-aanstelling. Bij een parttime-aanstelling wordt de opleidingsduur verrekend en worden de stageperiodes aangepast in duur. De parttime factoren die zijn toegestaan vanuit het landelijk werkgeverschap zijn 38 uur (fulltime), 30,5 uur (0,8 fte) of 26,5 (0,7 fte). Bij een kleinere aanstelling zijn de randvoorwaarden om voldoende te leren te mager.

Voor de opleidingen in de profielen voor arts infectieziektebestrijding, arts tuberculosebestrijding, arts medische milieukunde en arts forensische geneeskunde is een minimum van 0,8 fte wenselijk. Uit evaluaties is gebleken dat dit de voortgang van de opleiding ten goede komt.

Heb je nog meer vragen? Kijk dan eens hier.

Ben je overtuigd en wil je direct solliciteren naar een opleidingsplaats? Dat kan hier (vanaf 1 augustus).

2020-04-02T14:40:21+00:00