Putri Hintaran is arts M+G/ infectieziektebestrijding bij GGD regio Utrecht. Pas na haar studie geneeskunde ontdekte ze de infectieziektebestrijding. Nu maakt ze zich druk om de publieke gezondheid in Nederland, maar in de toekomst ziet ze zichzelf op een plek waar ze nog harder nodig is dan hier.
Waarom heb je gekozen voor infectieziektebestrijding?
Putri: ‘Al tijdens mijn studie geneeskunde was ik geïnteresseerd in infectieziekten. Ik besefte dat infectieziekten samenhangen met de omgeving waarin je opgroeit. We zien wereldwijd dat mensen in lagere sociaal-economische omstandigheden meer besmet raken en daar meer last van hebben. Omdat ze dicht op elkaar wonen, geen eigen huis hebben of gedwongen zijn te werken in krappe arbeidsomstandigheden. Dat er mensen in Indonesië bijvoorbeeld – ik ben zelf Indonesisch – doodgaan aan diarree en longontsteking, dat is oneerlijk. Die verschillen zie je in minder schrijnende vorm ook in Nederland. Ik voel de noodzaak om eraan bij te dragen die verschillen aan te pakken. Ik heb dus een intrinsieke motivatie voor dit vak. Het heeft in mijn ogen te maken met onrecht.’
Ben jij een typische arts M+G?
‘Ja, ten eerste omdat je maatschappelijk betrokken moet zijn. Je moet iets van activisme in je hebben: de gezondheidsverschillen zien en daar iets mee willen. Maar als arts M+G moet je ook houden van de grote lijnen. Ik wil hoog over kijken, strategisch. Ik ben resultaatgericht, ik hou van grote impact maken. Dat zat voor mij te weinig in patiëntenzorg. Voor mij persoonlijk is het effect van wat je dan doet te beperkt. Daar raakte ik gefrustreerd van. Ik wil het probleem bij de wortel aanpakken, grootser en gestructureerder. Die vertaalslag maken, van één patiënt naar groepen en omgeving switchen, spreekt mij aan.’
Jouw vakgebied is de public health – hoe moet het daarmee?
‘Allereerst moet er meer geld in geïnvesteerd worden. Het is lang een sluitpost van de zorgkosten geweest. De afgelopen tijd is wel gebleken hoe belangrijk het is om een stevig fundament te hebben, om te voorkomen dat de curatieve zorg overloopt. Het infectieziektebestrijdingsapparaat schoot tekort. Ik wil graag meedenken over hoe dat beter kan. Ik denk dat er winst geboekt kan worden met digitalisering en efficiëntie, dat zie je ook in de curatieve zorg. Dit momentum moeten we pakken.’
Wat maakt het vakgebied van de arts M+G boeiend?
‘De inhoud. Je kiest niet voor de publieke gezondheidszorg omdat het zo goed verdient. Maar de inhoud is zo belangrijk, dat heb ik ervoor over. Ik heb het geloof dat het helpt. Je ziet weinig direct resultaat van je werk, geen patiënt die beter is na je behandeling. Je moet zelf het gevoel hebben: ik draag iets bij, dit heeft zin. Ik vind het boeiend als ik geconfronteerd word met een vraagstuk waarvoor ik veel verschillende vaardigheden moet inzetten. Je doet onderzoek om achter de determinant te komen, daar moet je analyses uit draaien en vervolgens de resultaten onder de aandacht brengen van de juiste mensen, de beleidsmakers. In dat strategisch uitdenken, een thema van begin tot eind begeleiden, ben ik op mijn best.
Onze afdeling van de GGD werkt voor 26 gemeenten in provincie Utrecht, we werken vanuit een centraal punt. Maar ik zit zeker niet elke dag op kantoor: de ene dag heb ik een overleg, dan moet ik een analyse draaien of schrijfwerk doen. Als ik beleidsmakers adviseer, heb ik bestuurlijke overleggen met gemeenten, provincies of ceo’s van bedrijven. In de onderzoekende fase moet je het veld in, veldmonsters nemen, etensresten of watermonsters onderzoeken. En als er een gedragscomponent in zit, voer je gesprekken met bepaalde gemeenschappen. Bijvoorbeeld als er meer covid-19 besmettingen optreden in een wijk. Als het gaat om de vaccinatiegraad van kinderen ga je bijvoorbeeld naar de gereformeerde gemeenschap. Dan gaan we op zoek naar een ‘haakje’ om gedrag te veranderen. In dat traject werk je samen met psychologen, sociologen, gedragswetenschappers of communicatieprofessionals.’
Wat brengt jouw toekomst?
‘Ik wil graag internationaal werk doen. Misschien projectmatig, vanuit een Nederlandse organisatie die mensen uitzendt naar gebieden waar het nodig is. Hoe dan ook in de public health, maar liefst in gebieden waar het nog uitdagender is. Waar we nog harder nodig zijn dan in Nederland.’